De taal als bril
Als kind luisterde ik graag naar de muziek van mijn vader, alsof ik naar een verhaal aan het luisteren was. Elk liedje had een eigen wereld waar ik in mee kon reizen. Ik las veel kinderboeken en trok alle dichtbundels die we in huis hadden uit de kast.
Al snel merkte ik dat alle teksten (of, alle schrijvers…) iets probeerden te zeggen over de wereld en hoe die in elkaar stak.
Eeuwige velden vol aardbeien
De Beatles waren vaak luchtig en vertelden dat we allemaal in een gele onderzeeboot wonen, of dat er oneindige aardbeienvelden bestaan. Van Morisson zong dat ik nu eindelijk eens afscheid moest nemen van Madame George, en beschreef hoe ze me gedag zei, en haar handschoenen achterliet op het café-tafeltje bij het station, Bob Dylan vroeg me hoe het voelde om helemaal alleen in de wereld te zijn, alsof ik zomaar als een steen langs de weg rolde.
Thea Beckman schotelde me met Het Gulden Vlies van Thule een wereld voor waarin vrouwen de macht hadden. Neeltje Maria Min vroeg hoe ze moest liefhebben, wanneer er niemand was die haar naam kende, en ik zag voor me hoe de letters voor haar mond dansend haar naam vormden.
Al die bedachte werelden hadden een kleur, een geur, een eigen stijl; ik kon de mensen bijna aanraken. De kracht van de verhalen werd groter omdat ik me kon verplaatsen in de wereld die werd beschreven.
Zoveel mensen, zoveel blikken
Ik merkte door al die teksten dat er naast mijn eigen wereld nog duizenden andere werelden waren, met een heel andere beleving. Die beleving klinkt door in de woorden die mensen kiezen, in de manier waarop ze over de wereld praten, het soort boeken dat ze erover schrijven, de liedteksten die ze maken.
Je kunt allemaal bij hetzelfde feestje geweest zijn, maar de één kan je daar de volgende dag in geuren en kleuren nog uren over vertellen, terwijl de ander aan ‘het was leuk’ genoeg heeft. En dan hebben we het nog niet eens over de ervaring; wie van de twee heeft het meest genoten van de avond? De uitgebreide prater, of de persoon van weinig woorden?
Het onzichtbare zichtbaar maken
Tegelijkertijd realiseer ik me ook dat die verschillende belevingen ervoor zorgen dat mensen misverstanden en conflicten met elkaar hebben, en dat de taal die je kiest, politieke consequenties heeft. Sommige mensen hebben een taal die nooit gehoord wordt, wat betekent dat hun manier van de wereld beleven nooit door anderen wordt gezien. Toch bestaan die levens. Toch bestaan die mensen en hebben ze er recht op gehoord te worden. Ik wil, als ik schrijf, ontdekken welke werelden door de tekst zichtbaar worden en welke verborgen blijven.
Daarom schreef ik dit hoofdstuk: om te onderzoeken welke taalfilosofen zich over dit vraagstuk gebogen hebben, en om te ontdekken wat het betekent voor een schrijver om op deze manier naar de taal te kijken:
De taal als verf, als blik op de wereld, als onthuller én verhuller; De taal als bril.